PUBLICATIE DRIGITAT: DOPPLER METINGEN SPOREN EEN NIET GOED WERKENDE PLACENTA OP

 In Nieuwe publicatie

Op 6 februari 2024 werd ons onderzoek, de DRIGITAT studie, gepubliceerd in British Journal of Obstetrics and Gynaecology. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat, met een toegevoegde echo Doppler-meting, de umbilicocerebrale ratio (UCR), kan worden gesignaleerd dat de placenta niet goed werkt. Indien deze meting meerdere keren afwijkend is, hebben ongeboren baby’s een hoger risico op gezondheidsproblemen zoals zuurstoftekort en in ernstige gevallen sterfte. Het onderzoek kreeg veel publieke belangstelling, onder meer werd Wessel ganzevoort geïnterviewd op NPO Radio 1 en RTL Nieuws (link bij 05:10).

DRIGITAT studie
De studie werd uitgevoerd in Amsterdam UMC in samenwerking met het UMCG en 17 andere Nederlandse ziekenhuizen en onderzocht de relatie tussen de UCR en het optreden van gezondheidsproblemen bij kleine baby’s in de zwangerschap en rondom de bevalling. Ook is er in een kleine groep patiënten onderzocht wat het effect is op gezondheidsuitkomsten van de baby, bij het vroegtijdig inleiden van de bevalling vanaf 34 weken zwangerschapsduur bij herhaaldelijk afwijkende metingen van de UCR.

Verschil tussen klein en té klein 
Door groeiecho’s kunnen kleine baby’s worden opgespoord, maar hieruit blijkt vaak niet direct of een baby een placentaprobleem heeft. Het is belangrijk om té kleine baby’s met foetale groeirestrictie en een placentaprobleem, te onderscheiden van gezonde kleine baby’s zonder een placentaprobleem. Een té kleine baby heeft baat bij extra controles en mogelijk een tijdige bevalling, terwijl een kleine maar gezonde baby daar geen baat bij heeft en hier eerder schade van zal ondervinden. 

Umbilicocerebrale ratio (UCR)
Om de UCR te bepalen, wordt de weerstand in twee vaten gemeten met een Doppler echo. De weerstand van het bloedvat in de navelstreng wordt gemeten, wat iets zegt over de doorbloeding van de placenta. Ook wordt de weerstand van het vat in de hersenen van de ongeboren baby gemeten. De verhouding tussen de weerstand in deze twee vaten wordt berekend, en wordt de UCR genoemd. Als deze waarde afwijkend is, laat dit zien dat de placenta minder goed functioneert en er minder voedingsstoffen en zuurstof bij de baby terecht komen. De baby heeft het vat in de hersenen dan extra open gezet om de hersenen te beschermen voor dit tekort. Dit noemen we ‘brain sparing’ en is dus een uiting van een niet goed werkende placenta. Dit doet de baby om zichzelf te beschermen tegen de tekorten als gevolg van een niet-goed werkende placenta. Bij een niet-goed werkende placenta neemt het risico op problemen zoals zuurstofgebrek en ook sterfte toe. 

Toegevoegde waarde van de UCR
De resultaten van onze studie benadrukken het belang van het gebruik van de UCR in het diagnosticeren en monitoren van ongeboren baby’s met foetale groeirestrictie. De UCR is een effectieve manier om het onderscheid te maken tussen een té kleine baby met een placentaprobleem en een gezonde, kleine baby zonder placentaprobleem. De meting is al langer bekend, maar wordt nog niet standaard in alle ziekenhuizen verricht en gebruikt. Uit onze studie blijkt dat het belangrijk is om bij ongeboren baby’s met herhaaldelijk afwijkende metingen, extra zwangerschapscontroles te verrichten en mogelijk de bevalling in te leiden vanaf 37 weken om complicaties bij de baby te voorkomen. Ook kunnen baby’s met een normale UCR, bij wie er geen verdenking is op een placentaprobleem, minder intensieve controles krijgen en is er een grotere kans op een natuurlijke bevalling zonder medische indicatie, eventueel in de eerste lijn. 

Niet eerder bevallen dan 37 weken 
In deze studie werd ook onderzocht of het beter is om baby’s met een herhaaldelijk afwijkende UCR, eerder dan 37 weken geboren te laten worden. Bij deze baby’s werden geen betere uitkomsten gezien. Daarom adviseren wij om de bevalling niet op te wekken vóór 37 weken zwangerschapsduur indien de verdere controles van moeder en baby goed zijn. Het lijkt voor de baby beter om, ondanks de niet-goed werkende placenta, nog verder te ontwikkelen in de baarmoeder tot 37 weken. Zodoende adviseren wij om bij een afwijkende UCR alleen vóór 37 weken in te leiden in studieverband. 

Passende zorg
Door bij een kleine ongeboren baby tijdens de zwangerschap de UCR te meten, is het eerder te zien of de placenta wel of niet goed functioneert. Een afwijkende waarde, duidt op een hoger risico op gezondheidsproblemen bij de baby. Door deze meting toe te voegen aan de standaard zorg voor kleine baby’s, kunnen we baby’s met een placentaprobleem beter monitoren en eventueel op tijd geboren laten worden (vanaf 37 weken) en kunnen kleine baby’s zonder placentaprobleem minder intensieve controles krijgen en wordt er minder onnodig ingegrepen binnen deze gezonde groep baby’s. Hiermee kunnen we zorg voor kleine baby’s verbeteren en personaliseren. 

Toekomst
Verder onderzoek binnen deze groep patiënten volgt, waarin we zullen onderzoeken hoe we nog beter risico’s kunnen voorspellen voor kleine baby’s op basis van meerdere groei echo’s en Doppler metingen en het gebruik van maternale biomarkers (stoffen in het bloed bij moeder die iets kunnen zeggen over de placentafunctie). Ook onderzoeken we de placenta’s na de bevalling om te achterhalen welke afwijkingen hierin worden gevonden en hoe deze ons kunnen helpen in het inschatten van risico’s voor een volgende zwangerschap. 

We willen alle patiënten die hebben deelgenomen en collega’s die ons hebben geholpen met de studie hartelijk danken voor hun inzet om de zorg voor kleine baby’s te verbeteren. Samen zorgen we voor de kleintjes!

Voor het gehele artikel verwijzen we graag naar het journal.

Recent Posts

Leave a Comment